van de kruk willen


van de kruk willen 1.0

(informeel; verouderend)

seks willen

Algemene voorbeelden


'Die tent zit nou al elke avond stampvol met de paters en priesters uit het klooster en die willen wat graag van de kruk met van die mooie blonde grieten! Katholieken, dat zijn allemaal hoerenlopers, dat wéét je toch!'

De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,